Begin juni is er aan de Universiteit Leiden een studiedag georganiseerd over Nederlandse pronkbedden (‘Slapen op Stand: Het Nederlandse Hemelbed, 1690-1730'). Op deze dag kwamen academici, conservatoren en restauratoren bijeen om kennis te delen en ervaringen uit te wisselen.*

Ook voor het Markiezenhof is dit actueel. Daarom was Bart van Eekelen, medewerker collectiebeheer en onderzoeker, namens het Markiezenhof daarbij aanwezig. Het stadspaleis heeft namelijk een hemelbed in Louis XIV-stijl in de collectie, een replica van het pronkbed uit het kasteel van Eerde dat rond 1715 is ontworpen door Daniel Marot. Het ontwerp is gemaakt door architect Elias Canneman en het is uitgevoerd door de familie Huurman uit Delft. De bekleding van het geheel werd verzorgd door de firma Weyts uit Bergen op Zoom. Het is in 1976 geschonken door de Stichting Vrienden van Het Markiezenhof. Het originele bed bevindt zich in het Rijksmuseum in Amsterdam.

Tekst gaat verder onder de afbeelding.

Het originele bed in het Rijksmuseum (Amsterdam)

Dit bed was in 2017 aan een hoognodige, gedeeltelijke restauratie toe. Het daaropvolgende jaar is de sprei grondig gerestaureerd .

Tekst gaat verder onder de afbeelding.

Originele toestand sprei hemelbed Markiezenhof

Coupeuse Marianne Gabriels-Apers herstelt de sprei van het hemelbed

Wat we bij die restauratie ervoeren, is dat soms concessies moeten worden gedaan aan een ontwerp. Dit heeft niet zozeer met de kwaliteiten van de coupeuse of restaurator te maken, als wel met technische verschillen met ontwerptekeningen. Meerdere musea hebben hiermee te maken (gehad), zoals de kastelen Amerongen, Cannenburch en Heeswijk. Wat de praktijk – in meerdere musea – ons leert, is dat er grote verschillen kunnen zitten tussen ontwerptekeningen (zoals die van Marot) en de uitvoering van de garnituur, waaronder appliquéwerk, galons en kwasten.

Tekst gaat verder onder de afbeelding.

Ontwerptekening bed Marlot

Daarom is vergelijking van cases studies en ervaringsuitwisseling belangrijk. De kwaliteit van de uitvoerder is dus minstens zo belangrijk als die van de ontwerper.

Een ander aspect is kennisuitwisseling. Hoewel de functie van een dergelijk bed vanzelfsprekend lijkt, is dat het allerminst. Wie bijvoorbeeld de bedden bestelden en hoe ze precies gemaakt werden, is vaak niet bekend. Er is ook nog veel onbekend over het eigentijdse gebruik van hemelbedden. In welke kamer van een appartement stonden ze doorgaans opgesteld en hoe zag het ceremoniële gebruik eruit? En: waren dit soort pronkbedden vooral een Franse mode of waren er ook Engelse invloeden? Als we hier meer over weten, kunnen we beter begrijpen hoe de situatie in het Markiezenhof er in de achttiende eeuw oorspronkelijk uitgezien kan hebben. En dat helpt ons dus ook de twintigste-eeuwse restauratie (dus met de inrichting van de stijlkamers waarin het hemelbed staat), beter te beoordelen.

Een nauwe samenwerking tussen diverse disciplines is vereist voor een goed begrip, adequate conservering en onderhoud van hemelbedden. Zoals eeuwen geleden de stoffenmaker, stoffenbehanger en schrijnwerker samenwerkten, moeten tegenwoordig de conservator, restaurator en onderzoeker dat. Met meer kennis ziet de toekomst van ons hemelbed er rooskleuriger uit.

Het hemelbed in het Markiezenhof

*https://www.universiteitleiden.nl/agenda/2022/06/slapen-op-stand-het-nederlandse-hemelbed-1690-1730